Hoe doen zij het? 7 lessen over taal in de zorg | Trefpuntodi
Alle nieuws

Hoe doen zij het? 7 lessen over taal in de zorg

Gepubliceerd op 05-12-2025

De zorg staat onder druk: vacatures raken moeilijk ingevuld, de diversiteit in teams neemt toe en taal vormt vaak een drempel. Toch tonen vijf organisaties dat die drempel niet onoverkomelijk hoeft te zijn. Hun verhalen – soms klein en zoekend, soms groots en structureel – laten zien hoe anderstalige medewerkers kunnen groeien wanneer ze de juiste ondersteuning krijgen. Wat volgt is geen theoretisch handboek, maar een verzameling lessen uit de praktijk: écht gebeurd, met échte mensen.

1. Langetermijndenken loont

In de Gavermeersen (Deerlijk) stond de medewerkerspoort al lang open voor wie de job wou leren op de werkvloer. Maar dat verhaal kreeg een extra dimensie met de komst van Sylvester: deze Poolse kinesitherapeut kende zijn job maar zijn kennis van het Nederlands had nog veel groeimarge. Een IBO-traject met taalcoaching in het woonzorgcentrum bleek het passende antwoord.De bijhorende boodschap was duidelijk: “We geloven in jou. En we investeren tijd.”

Bij Mariawende (Beernem) klinkt hetzelfde verhaal. Zij begeleiden anderstalige medewerkers al jaren, volgen hun groei van ondersteunende rollen naar zorgkundige functies en passen hun beleid aan naarmate de realiteit verandert.

En in Morgenster (Sijsele) beseffen ze op hun beurt dat de begeleiding niet mag stoppen wanneer een project afloopt: taalondersteuning moet duurzaam verankerd worden.

verzorgende

Het zijn stuk voor stuk verhalen die één ding duidelijk maken: wie wil dat anderstalige medewerkers floreren, moet verder denken dan een cursus van acht weken.

2. Maatwerk is cruciaal

Geen twee medewerkers zijn gelijk, en dus werkt niemand met een standaardpakket. Dit is misschien wel de rode draad door alle praktijkvoorbeelden.

Mariawende kijkt niet naar diploma’s als eindpunt, maar naar potentieel en motivatie. De Gavermeersen vertrekt vanuit de leefwereld van Sylwester: wat hij nodig heeft om zijn job goed te doen.

Alle praktijkvoorbeelden zetten een mix in van taalcoaching, digitale hulpmiddelen, informele leermomenten en doelgerichte herhaling, en dit telkens op maat van de persoon én de afdeling. Allen komen tot hetzelfde inzicht: taal is een werkwoord. En dat werkwoord wordt vervoegd op de werkvloer zelf.

3. Motivatie en spreekdurf zijn belangrijker dan het absoluut taalniveau

Een veelgehoord misverstand in de zorg is dat medewerkers pas kunnen starten wanneer ze een bepaald taalniveau behalen. De praktijkvoorbeelden tonen het tegenovergestelde.

Organisaties kijken naar inzet, leergierigheid en vooral: durf. Durven spreken, durven fouten maken, durven vragen stellen.

De Indiase verpleegkundigen in project Aurora, bij Morgenster, Mariawende en De Zilverberg (Rumbeke), tonen dat mooi: ze kwamen vanuit een heel andere zorgcontext, maar met een enorme drive om te groeien. En die drive bleek een sterkere voorspeller voor succes dan welk taalattest ook.

4. Een veilige leeromgeving op de werkvloer

Waar het écht gebeurt, is niet in een taallokaal. Het is aan het bed van een bewoner, tijdens de overdracht, in de keuken of bij een hectisch moment op de afdeling.

zorg

De Sint-Jozefskliniek (Izegem) verwoordt dat treffend met hun motto: “ruimte om te struikelen”. Anderstalige medewerkers moeten fouten mogen maken, zonder angst of schaamte. Collega’s oefenen geduldig mee, geven feedback die niet corrigeert maar ondersteunt en creëren zo een klimaat waarin iemand zich durft ontwikkelen.

Het resultaat? Medewerkers die met vertrouwen groeien, en teams die daar zelf sterker van worden.

5. Teambetrokkenheid maakt het verschil

Een anderstalige medewerker begeleid je nooit alleen. Daar is een team voor nodig – én een team dat mee wil.

In De Gavermeersen nemen peters en meters een actieve rol op. In Morgenster krijgen collega’s richtlijnen om bewust Nederlands te spreken zodat er voldoende oefenkansen zijn. En in De Zilverberg wordt wekelijks gereflecteerd: wat werkt goed? Waar moeten we bijsturen?

Zo ontstaat niet alleen taalwinst, maar ook teamwinst. De hele organisatie leert communiceren, samenwerken en omgaan met diversiteit.

6. Communicatie is méér dan woorden

Communicatie in de zorg speelt zich niet alleen af in woorden. Het zit in lichaamstaal, oogcontact, humor, intonatie, en ja – soms ook in dialecten die voor nieuwkomers moeilijk te vatten zijn.

In verschillende praktijkvoorbeelden ontdekken medewerkers dat woorden maar één deel zijn van de puzzel. Ze leren dat een lach veel zegt, dat een Limburgse of West-Vlaamse uitdrukking net zo’n uitdaging kan zijn als een medisch woord, en dat een grapje – zoals dat van Sylwester over zijn naam en Sylvester Stallone – een brug kan slaan tussen culturen.

Het maakt de werkvloer minder complex, en tegelijk menselijker.

7. Vertrouwen + geduld = resultaat

Wie verwacht dat taalontwikkeling in de zorg snel moet gaan, komt van een koude kermis thuis. Maar wie inzet op vertrouwen, geduld en structurele ondersteuning, ziet resultaat. Zo is de succesvolle aanpak van de Sint-Jozefskliniek gestoeld op vertrouwen, duidelijke verwachtingen en graduele begeleiding.

In de vijf voorbeelden zien we telkens opnieuw dezelfde dynamiek: tussentijdse terugvallen, momenten van verwarring, maar ook vertrouwen in groeipotentieel, doorbraken, trots en verbondenheid. Niet alleen bij de nieuwe medewerker, maar ook bij collega’s en leidinggevenden.

Het is langzaam werk – maar het is waardevol werk.

Slot: een gedeeld verhaal voor de zorg van morgen

Deze vijf praktijkverhalen tonen samen één grote les: taal is nooit alleen een competentie. 

verpleegkundige

Het is een relatie. Wie investeert in taal, investeert in mensen, in teams en in zorgkwaliteit. En dat maakt de aanpak van deze organisaties inspirerende voorbeelden voor iedereen die met anderstalige medewerkers werkt.

Benieuwd naar de volledige verhalen? Lees verder onder 'meer weten'